Skip to main content

Water drinken en de invloed van water op je sportprestatie

Ons lichaam bestaat voor 55-60% uit water en is een belangrijk transportmiddel in je lichaam. Het is een hoofdbestanddeel van bloed, urine en zweet. Water is ook belangrijk om je lichaam op een constante lichaamstemperatuur (warmteregulatie) te houden. Andere taken van water zijn:

  • Transport van nutrienten en afvalproducten.
  • Deelnemen in metabole processen (stofwisseling).
  • Vitaminen en mineralen hebben water nodig om in op te lossen. Zodoende kunnen ze deelnemen aan het metabole proces.
  • Water werkt als smeermiddel tussen en rondom de gewrichten.
  • Water zorgt voor een stabielbloedvolume.

Water is dus erg belangrijk, zonder water kan je niet leven. 

Waarom is water drinken zo belangrijk als je sport?

Als je sport kan je door transpireren een hoop vocht verliezen en is het belangrijk om je vochthuishouding op peil te houden. Je kan wel 1 tot 2 liter vocht per uur verliezen. Een negatieve vochtbalans (vochttekort/dehydratie) kan prestatievermindering veroorzaken en zelfs bedreigend zijn voor je gezondheid. Vochtverlies per percentage van het lichaamsgewicht en het effect op je lichaam:

  • 1% = Stofwisseling geremd, negatief effect op de spijsvertering
  • 2% = Warmteregulatie verstoort, prestatieverlies met 20%
  • 3% = Eerste tekenen van uitputting waarneembaar: Concentratieverlies, vermoeidheid en afname van het duurvermogen
  • 4-6%= verregaande afname kracht, krampverschijnselen
  • >6%= spasmen, uitputting, bewustzijnsverlies, coma..

Voldoende drinken is dus de een must voor goede prestaties. Drink voor, tijdens en na het sporten genoeg vocht. Water is voor sporters een prima dorstlesser. De hoeveelheid vocht die je kwijt raakt is van verschillende factoren afhankelijk:

  • temperatuur
  • luchtvochtigheid
  • duur van de inspanning
  • intensiteit van de inspanning
  • de fitnesskleding die je draagt
  • het lichaamsgewicht
  • het vetpercentage 

Het vochtverlies kan door deze factoren sterk variëren en is daarom voor alle sporters verschillend.

Wanneer en hoeveel moet je drinken?

De normale vochtbehoefte voor een volwassen persoon is 1,5 liter per dag. Voor sporters is dit al gauw 2-4 liter afhankelijk van de soort sport die je beoefend.

1. Voor het sporten

Zorg ervoor dat voordat je begint met sporten voldoende vocht binnenkrijgt door veel te drinken, vooral in warm en vochtig weer. Stop met drinken ongeveer één uur voor de inspanning, anders moet je constant naar het toilet tijdens het sporten.

2. Tijdens het sporten

Zodra je begint met sporten verlies je vocht. Probeer daarom het vochtverlies op te vangen door, wanneer het mogelijk is, op geschikte

momenten tussendoor wat te drinken. Hoe meer je zweet des te meer vocht je moet aanvullen. Streef er naar om tussen de 125 en 250 ml per kwartier te drinken. Het kan even wennen zijn om hieraan gewend te raken. Mogelijk word je misselijk van te grote hoeveelheden, probeer dan kleine slokjes te drinken.

Bij een training die minder dan een half uur duurt is het gevaar van uitdroging niet zo groot, zodat tussendoor drinken minder noodzakelijk is. Toch moet je ervoor zorgen dat je met voldoende vocht in je lichaam de training begint en na afloop voldoende drinkt om het weer aan te vullen.

3. Na het sporten

Drink na afloop van het sporten zoveel als nodig is om de verloren hoeveelheid vocht aan te vullen. Wacht niet tot je dorst krijgt, aangezien dat een signaal is dat je al uitgedroogd bent. Dorst is geen goede graadmeter voor het gehalte aan lichaamsvocht. Het is zelden een probleem dat je te veel drinkt, veel vaker is het probleem dat sporters te weinig drinken.